Loonkostenvoordeel voor lage lonen (LIV)
Vanaf 1 januari 2017 hebben werkgevers die werknemers in dienst hebben met een loon tussen 100% en 125% van het wettelijk minimumloon (WML), een tegemoetkoming: het lageinkomensvoordeel (LIV). Voor de LIV gelden de volgende voorwaarden:
Vanaf 1 januari 2017 hebben werkgevers die werknemers in dienst hebben met een loon tussen 100% en 125% van het wettelijk minimumloon (WML), een tegemoetkoming: het lageinkomensvoordeel (LIV). Voor de LIV gelden de volgende voorwaarden:
Het LIV is ook van toepassing op werknemers jonger dan 22 jaar. Zij moeten dan echter wel een gemiddeld uurloon hebben van minimaal 100% en maximaal 125% van het WML voor een 22-jarige of ouder.
Het LIV bedraagt afhankelijk van de hoogte van het salaris < 110% van het WML € 1,01 per verloond uur, met een maximum van € 2.000 per jaar. Als het salaris tussen de 110% en 125% van het WML zit, bedraagt het LIV € 0,51 per verloond uur, met een maximum van € 1.000 per jaar.
Het LIV geldt dus al vanaf 1 januari 2017 maar is pas voor het eerst na 1 augustus 2018 aan de werkgever uitgekeerd.
U kunt het uurloon van uw werknemers zelf beïnvloeden om te zorgen dat u zoveel mogelijk van het LIV profiteert. Dat kan door de werknemers die iets boven de grens van het uurloon verdienen een kostenvergoeding via de werkkostenregeling (WKR) te geven in ruil voor iets minder loon. Uiteraard kan dit alleen binnen de mogelijkheden (wetgeving en CAO).